Op werkbezoek bij Duurzaam Bloemkool R&D project
Een werkbezoek over het project Duurzame Bloemkool vond begin september plaats bij bloemkoolteler Wim Reus in Hem. Tijdens de bijeenkomst werd onder andere gedeputeerde Ilse Zaal geïnformeerd over dit unieke project waar de effecten van het niet onderwerken van vaste strorijke mest op kleigrond worden onderzocht. Het direct onderwerken1 van mest is momenteel verplicht, maar niet onderwerken zou voordelen kunnen hebben.
Meten van impact op bodem en biodiversiteit
Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met Amsterdam Green Campus. Binnen het project Duurzame Bloemkool worden door onderzoekers metingen verricht op de percelen van bloemkooltelers Wim Reus en Pé Slagter in Noord-Holland. Er wordt onderzocht wat de invloed is van het niet onderwerken van vaste strorijke mest op de bodemkwaliteit, opbrengst en productkwaliteit van de gewassen, uitspoeling naar oppervlaktewater en de onder- en bovengrondse biodiversiteit (microben, aaltjes, insecten en akkervogels). De data die uit het project voortkomt kan worden gebruikt bij mogelijke herziening van regels rondom het onderwerken van mest.
‘De boeren die de mest aanleveren scheiden in de stal de vaste mest van de urine. Vervolgens rijden ze de vaste mest, waar stro in zit, uit over het land. De mest levert een bijdrage aan het land want het stro breekt langzaam af. Dit leidt tot een veel diverse microbiële gemeenschap, wat schimmelinfecties van gewassen tegengaat’, aldus Elly Morriën, universitair docent aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem aan de UvA.
Het onderzoek vormt een beeld van koolstof en stikstof, ook van het bodemleven, micro bacteriële massa en insecten reacties op het niet onderwerken van vaste strorijke mest. Elly: “Door een rijker bodemleven komen er meer wormen, die op hun beurt weer dienen als voedsel voor weidevogels. De wormen bewerken door hun bewegingen ook de bodemstructuur. De bodem bevat daardoor meer lucht, waardoor die meer water kan opnemen bij een regenbui. De losse structuur van de bodem bevordert ook dat planten dieper wortelen, waardoor je als teler minder afhankelijk bent van het water in de bovenste centimeters van de grond.”
Living Lab studie
“Uniek aan dit onderzoek is de schaal waarop er wordt samengewerkt en onderzoek wordt verricht’, vertelt Roos van Maanen, projectleider Duurzame Bloemkool. ‘Het is een living lab studie waarin we heel veel data ophalen en analyseren. Er is een directe samenwerking tussen vollegrondsgroentetelers en onderzoekers. Ook delen we data met een verwant project in Friesland om zo nog concretere analyses te kunnen maken.” Ilse Zaal is enthousiast: “Het project Duurzame Bloemkool is een R&D icoonproject dat volledig vanuit de provinciale Voedselvisie wordt gefinancierd. Hier is sprake van een mooie samenwerking en het is goed om op locatie te zien waar men mee bezig is. Er zijn al heel veel gegevens verzameld en ik ben benieuwd naar de resultaten aan het einde van de onderzoeksperiode.“
Afwisselingen tussen kennis en beleven
De bijeenkomst stond in het teken van kennis uitwisselen en beleven. Naast een inhoudelijke sessie bij de locatie Smaakcentrum West-Friesland werden er door onderzoekers Elly, Sascha, Leon en Roos in het bloemkoolveld van Wim Reus verschillende experimenten gedemonstreerd die onderdeel vormen van het onderzoek.
Samenwerking
Binnen het project wordt er samengewerkt met van Hall Larenstein, Inholland, Vonk en met projecten zoals Biodivers perspectief. Partners van het project zijn Provincie Noord-Holland, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Ministerie van LNV, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam Green Campus, Vollegrondsgroente.net, Lectoraat Duurzame Bodem Aeres en Ecolane.
Dit artikel is afkomstig van boerenbusinessinbalans.nl